Parijs blijft een stad die nooit verveelt, zelfs voor een doorgewinterde citytripper. De charmante boetiekjes, de gezellige terrasjes en de wereldberoemde monumenten, het blijft steeds weer een onvergetelijke ervaring. Maar naast alle iconische highlights heeft de Franse hoofdstad nog een paar andere toppers in de aanbieding, minder toeristisch maar daarom niet minder boeiend.
De laatste aflevering van mijn reisje Parijs wordt er dan ook eentje getiteld: Parijs Anders. Ik teken voor een heerlijk relaxte voormiddag in de Jardin du Luxembourg en een spannend bezoek aan de mysterieuze Catacomben. Benieuwd waarom je deze 2 niet mag missen? Ga dan mee op verkenning en ontdek de onverwachtse kantjes van de Lichtstad.
Ochtendrust in de Jardin du Luxembourg
Wie Parijs zegt, denkt vaak aan drukte en chaos op de boulevards. Maar de Jardin du Luxembourg voelt als een hemelse oase waar zelfs de Parijzenaars tot rust komen. Het park ligt als een grote groene verfspetter in het Quartier Latin, langs één kant omzoomd door de Boulevard Saint-Michel en op wandelafstand van de Sorbonne Universiteit en het Panthéon (6e arrondissement).
Favoriete studeer- en lanterfanterplek van veel studenten en één van de populairste parken in de stad, we hebben het te danken aan Maria de' Medici, koningin van Frankrijk in het begin van de 17e eeuw en familie van die andere de’ Medici, Catharina, ook al koningin en ook al met een park op haar naam (Jardin des Tuileries – zie de blog over het Louvre).
In 1612, twee jaar na de moord op haar koning, kocht Maria een giga lap grond met herenhuis en bijgebouwen van François de Luxembourg. De naam ‘Luxembourg’ overleefde maar het herenhuis ging tegen de vlakte en werd vervangen door een paleis omringd door een park in Toscaanse stijl, de streek waar de koningin haar kinderjaren doorbracht. Erg lang kon Maria niet genieten van haar droomoptrekje. Gekibbel en geruzie met de geestelijke leiders van de katholieke kerk leidde tot haar verbanning uit Frankrijk. Nadien ging de geschiedenis van het Palais de Luxembourg pijlsnel naar de bodem van Maria’s mooie vijver. Absoluut dieptepunt was de Franse Revolutie (1789) toen het paleis een tijdje als gevangenis werd gebruikt. Tot Napoleon aan de macht kwam en het slimme idee had om het Palais de Luxembourg te gebruiken als zetel van het parlement en tot vandaag wordt Maria’s prachtige paleis nog steeds gebruikt door de Franse senaat - jammer genoeg niet toegankelijk voor het publiek maar de beste nalatenschap van Maria de’ Medici, haar ‘koninklijke’ tuinen, zijn dat gelukkig wel.
Genoeg over het verleden, terug naar vandaag waar de weergoden hun uiterste best doen en ik zo maar gratis en voor niks getrakteerd word op enkele strepen helderblauwe lucht boven dikke wollige wolken. Een ideale dag om mensen te kijken, kunst te kijken, bloemen te kijken en dagdromend te slenteren over lange lanen omringd door bejaarde bomen.
Aan de ingang ‘Porte Médicis’ (tegenover de rijkelijk versierde gevel van Le Choupinet) val ik gelijk met mijn neus in een fleurig kleurig bloemenperk en zelfs de fluit spelende en dansende faun wordt er vrolijk van. In de schaduw van zachtgroene blaadjes, donkergroene bodembedekkers en met een vijverplasje aan de voeten, wijst de Fontein van Leda mij de weg naar het meest indrukwekkende monument in het ganse park: de Medici Fontein. In 1630 liet koningin Maria op haar domein een schitterende grot bouwen naar een ontwerp geïnspireerd op het Italië van haar jeugd. De ‘grotte du Luxembourg’ werd in de 19e eeuw gerestaureerd en omgebouwd tot fontein. De nissen, omgeven door Toscaanse zuilen, werden gedecoreerd met mythologische beelden in brons en marmer en een bijna 50 m lange vijver werd toegevoegd wat het geheel extra speciaal maakt. Een buitenkansje voor de zwemmende eendjes. Geen groter contrast dan tussen de kwaaie godsfiguur op zijn massieve rots en de sierlijke tuinpotten met fuchsia en zacht oranje zomerbloeiers. De klimopslingers langs het pad en de groene stoeltjes maken van deze plek het picture perfect plaatje. Het is dan ook aanschuiven voor die ene goeie foto.
Die groene metalen stoeltjes vormen trouwens een verhaal apart. Je vindt ze overal verspreid in het park (er staan er welgeteld 4.500), ze zijn gratis en hun geschiedenis begint in de 18e eeuw. Toen moest je als bezoeker nog betalen voor een stoel. Gratis zitten kan pas vanaf 1974. Het huidige model - een stoel, een zetel en een relax in rietgroen – dateert van 1955. Zwaar genoeg om niet mee naar huis te nemen en zalig genoeg om lekker te ontspannen, flesje water en snack bij de hand, lui luisterend naar alle geluiden die voorbijdrijven.
Van de fontein naar de jonge Griekse toneelspeler, poserend bovenaan de trappen die leiden naar het Panthéon, de koepel nog net zichtbaar in de achtergrond. Mijn wandeling brengt mij langs weelderige bloemenperken die het imposante gebouw van het Palais du Luxembourg omkaderen. Nu lopen Franse senatoren in en uit het paleis, ooit bewonderde Maria in de deuropening haar koninklijke tuin. Ik wed dat ze van bovenaf tevreden glimlacht naar de oude Jardin die, na 400 jaar, geëvolueerd is van een strak en symmetrisch park naar een natuurlijk paradijs vol kunst en kleur en geur.
Want die tuin anno 2025 is op zich een complete blikvanger als in een ‘opvallende verschijning die je aandacht vasthoudt’. Op een totale oppervlakte van 25,72 ha (waarvan 21,75 ha open is voor bezoekers) vind je naast een grote achthoekige vijver (het Grand Basis, middelpunt van het park) zo’n 3.000 bomen, bijna 5.000 m² bloemenperken, een boomgaard met meer dan 500 oude appel- en perenbomen en kweekkassen vol zonderlinge orchideeën - het immense dagdagelijkse werk van de tuinmannen die als ijverige mieren overal tegelijk bezig zijn. Als echte artiesten toveren ze uit hun zomerse pet ware kunststukjes met duizenden dahlia’s en petunia’s en asters, afrikaantjes en zonnehoed en salie, een explosie van oranje en paars en geel met een streepje grijs.
De planten en de bloemen zijn echter maar een deel van wat de Jardin du Luxembourg zo aantrekkelijk maakt. Tussen de struiken, op de groene gazons, langs de vijver en de terrassen, in de lanen en onder de bomen, je kan er niet naast kijken want ze zijn met z’n 102, de standbeelden die van het park een compleet openluchtmuseum maken: dronken goden, elegante godinnen, klassieke vrouwenfiguren, Franse koninginnen en illustere vrouwen zoals George Sand, schrijvers als Emile Zola, Gustave Flaubert en Verlaine, schilders en componisten waaronder Beethoven en Chopin, de miniatuurversie van het Vrijheidsbeeld, het monument voor Eugène Delacroix (een bombastisch uitgevallen fontein met een groen moslaagje en herfstblaadjes in het water), het standbeeld van Sainte-Geneviève, (de beschermheilige van Parijs) en natuurlijk mag Maria de’ Medici niet ontbreken. Rondwandelen in het groen en intussen plezier beleven aan 19e-eeuwse kunst, de ochtend heeft een dun gouden randje gekregen.
En net als ik denk, het kan haast niet beter, gaat mijn parkbezoek van beter naar best. Ik loop voorbij een groot klassiek gebouw met boogramen en een gevel bezet met de stenen hoofden van beroemde schilders en beeldhouwers. De oranjerie verrast mij onder zijn hoge plafonds met een paar interessante tijdelijke tentoonstellingen. Olga Novokhatska presenteert haar impressionistische olieverfschilderijen in felle kleuren met veel roze lentebloesems. Verder is er modernistisch glaswerk onder de titel ‘Dialogues de verre’ en ontroerend fijne papierkunst getiteld ‘Papiers en liberté’. Al dat moois krijgt het gezelschap van sculpturen en Perzische miniaturen van de kunstenaar Abbas Moayeri.
In de winter wordt de oranjerie gebruikt voor de vele exotische bomen en planten die in de warme zomermaanden (van mei tot oktober) de tuin een zuiders aanzicht geven. Je spot langs het paleis een bloemlezing aan palmen, granaatappelbomen, oleanders, citrusbomen en dadelpalmen.
Valt er nog meer te beleven?
Oh ja hoor! Wat denk je van Le Petit Luxembourg (waar de voorzitter van de senaat woont), Le Musée du Luxembourg met tijdelijke tentoonstellingen, Le Pavillon Davioud waar gratis tuinbouwcursussen gegeven worden, een marionettentheater Les Marionnettes du Luxembourg, sportvelden voor basket en tennis, petanqueveldjes, schaaktafels, een speeltuin, een muziekkiosk, een rozentuin, bijenkorven en een imkerschool, eetkraampjes en een openluchtcafé en 2 restaurants (La Table du Luxembourg en La Terrasse de Madame). Je kan zelfs ponyrijden en minizeilbootjes huren voor op de vijver. Inderdaad, te veel om op een voormiddag te doen maar hé, ze zien mij hier nog wel eens terug!
Info en tips voor een ochtend parkwandelen
- Adres: Rue de Médicis - Rue de Vaugirard, 75006 Paris
- Openbaar vervoer: metrolijn 4 (halte Odéon of halte Saint-Germain-des-Près) - metrolijn 10 (halte Odéon of halte Mabillon)
- De toegang tot het park is gratis. In totaal zijn er 10 ingangen of portes. Openings- en sluitingsuren wisselen naargelang de seizoenen. Algemeen opent het park tussen 7.30 uur en 8.15 uur en sluit tussen 16.30 en 22.30 uur.
- Het Palais du Luxembourg is enkel toegankelijk voor het publiek tijdens geleide bezoeken op maandag en vrijdag en op voorwaarde dat de Senaat niet zetelt.
- Le Luco of Le Jardin des Sénateurs, zoals de Parijzenaars het park noemen, is jaarlijks goed voor meer dan 6 miljoen bezoekers.
- Check vooraf of er tijdelijke tentoonstellingen en/of concerten zijn. In het park, het museum en de orangerie worden regelmatig exposities en kunstbeurzen georganiseerd van schilderijen en siervoorwerpen. Ook concerten kan je gratis meepikken.
- Neem je eigen koffie, water en snack mee, want net als in de rest van Parijs zijn de eetkraampjes, het openluchtcafé en het restaurant niet bepaald goedkoop.
- Alle mogelijke informatie vind je op de website van het park: https://jardin.senat.fr/
- Lunch: Café Daguerre, 4 Avenue du Général Leclerc, 75014 Paris. Op een paar passen van Les Catacombes gelegen vind je deze typische Parijse bar-bistro met een menukaart propvol Franse klassiekers en gehaast personeel dat van de bar naar het terras spurt, tafeltjes dekt en bestellingen opneemt in één vloeiende beweging. De levendige sfeer van lunchen op het middaguur in een roezemoezige wijk. Een aanrader want de salade chèvre chaud is om je bordje en je vingers en je duimen bij af te likken!
Ondergronds avontuur in de Catacomben van Parijs
Voor het echte avontuur trek ik 's middags richting de Catacomben, een duister gangenstelsel onder de stad, met een fascinerende geschiedenis en – jawel – met duizenden skeletten! Wat een wereld van verschil met de rustige voormiddag in het park, dwalend tussen bloemen en groen en kunst.
Aan de rand van de wijk Montparnasse, in het 14e arrondissement en nog net binnen de Parijse Périphérique, ligt ‘L’Emipre de la Mort’ of ‘Het Rijk van de Dood’. Een eind verwijderd van toeristische trekpleisters als de Eiffeltoren en de Notre-Dame, minder bekend maar oh zo bijzonder en een onlosmakelijk deel van het stadsverleden, dat is het Parijse ossuarium van de Catacomben, meteen ook een van de grootste en een van de enige ondergrondse ossuaria ter wereld – een must-see voor wie op zoek is naar een unieke ervaring!
Op de kalender een datum ergens in het jaar 1780 en een stad die geconfronteerd werd met de problemen van overbevolking en overvolle begraafplaatsen. Vaak al eeuwen in gebruik, waren die kerkhoven (zoals Les Saints-Innocents) een onhygiënische bron van ziektes en ongedierte, omgeven met een geurtje dat bepaald geen Chanel Coco Mademoiselle was. Dé oplossing? Een drastische sluiting van de begraafplaatsen binnen de stadsmuren en een verhuis van de menselijke overblijfselen naar de steengroeven onder de straten van de stad.
Het spinnenweb van 300 km aan ondergrondse tunnels in de verborgen diepten van de Franse hoofdstad was uitermate geschikt als nieuwe rustplaats voor al wie begraven lag op de 17 Parijse kerkhoven. Een enorme tour de force! Er waren duizenden wagens en karretjes nodig, over een periode van tientallen jaren, om de resten van zo’n 6 miljoen mensen over te brengen naar La Tombe-Issoire, een oude kalksteengroeve aan de zuidkant van de stad. Een spectaculaire prestatie voor die tijd! Slechts een deel van het kilometerslange gangenstelsel werd gebruikt en in 1809 opengesteld voor het publiek onder de naam Les Catacombes.
Vandaag vind je, 20 m onder de Place Denfert-Rochereau, een ongewone maar unieke bezienswaardigheid van rijen en rijen keurig gestapelde schedels en beenderen, gerangschikt in decoratieve en symbolische patronen en gesorteerd volgens kerkhof en datum van overbrenging.
Langs de 1,5 km lange wandelroute ontdek je als bezoeker kleine monumenten in antieke Egyptische stijl, opschriften en spreuken gegraveerd in de kalksteenmuren, een kleine ruimte waar botten in een tonronde vorm zijn opgesteld, een wenteltrap met een eindeloos diepe waterput (de magische toegang tot die andere wereld?), een lucht- of lichtkoker die herinnert aan de tijd toen de Catacomben nog een werkzame steengroeve waren, en afgesloten zijgangen voor de veiligheid.
De ingang van de Catacomben is enkel te herkennen aan een bescheiden letterplaat op de gevel van een zachtgeel klassiek gebouw, het Pavillon Ledoux, daterend van 1787. Hier werden in de 18e en 19e eeuw de taksen geïnd op goederen die Parijs binnenkwamen. Nu worden hier de inkomtickets en tassen en rugzakken gecontroleerd en krijg je gratis een audiogids mee. In opeenvolgende ruimtes word je nog wat slimmer als je tenminste de infoborden leest over de geschiedenis, de archeologie en de geologie van de Catacomben.
En dan gaat het 131 trappen naar beneden, door lange spaarzaam verlichte gangen, langs hologige schedels en bleke botten waaruit de ziel is gevlogen. Een tentoonstelling met een vreemde schoonheid, een ervaring die tegelijk ontroerend en interessant en bizar is, de neiging om te fluisteren uit respect voor alle naamloze individuen die hier liggen, het besef dat in de dood iedereen gelijk is en dat tijd hier zonder betekenis is …
Na iets meer dan 1 uur is het einde van de tunnel in zicht en ga je 120 trappen naar omhoog, langs de souvenirwinkel en een extra tassencontrole en kom je, 700 m van de ingang verwijderd, terug in het Parijs van de ‘levende’ mensen.
Info en tips voor je ondergronds avontuur
- Adres: 1 Avenue du Colonel Henri Rol-Tanguy 75014 Paris
- Openbaar vervoer: metrolijn 4 en 6 (halte Denfert-Rochereau)
- Toegang: online reserveren met tijdslot is verplicht omdat het maximum aantal bezoekers per tour beperkt is tot 200 met een maximum van 2.000 per dag. Tickets volwassenen 31 € – kinderen tussen 5 en 17 jaar 12 € - verminderd tarief 25 € - voorwaarden zie website.
- Openingsuren: van dinsdag tot zondag van 9.45 uur tot 20.30 uur
- Duur bezoek: reken op 1 tot 1,5 uur ondergronds.
- Niet geschikt voor: mensen die minder of niet mobiel zijn (rolstoel of rollator) omwille van de vele trappen (er is geen lift), mensen die claustrofobisch zijn (smalle en donkere gangetjes!) of mensen met hart- of ademhalingsproblemen (de lucht is benauwd en vochtig!). Niet geschikt voor kleine kinderen. Kinderen onder de 14 jaar moeten vergezeld zijn van een volwassene.
- Verboden: eten en drinken tijdens het bezoek is niet toegestaan en dieren zijn niet welkom. Koffers, grote rugzakken, kinderwagentjes of motorhelmen mogen niet mee naar binnen.
- Er zijn geen toiletten en er is geen vestiaire want de uitgang ligt op 700 m van de ingang op het adres 21bis, avenue René-Coty.
- Let op: bij het buitengaan is er een verplichte tassencontrole!
- Draag stevige schoenen met een goede zool (gladde en ongelijke bodem) en een warme trui want onder de grond is het maar 14 graden.
- Alle mogelijke informatie vind je op de website van de Catacomben https://www.catacombes.paris.fr/
OPGELET: De Parijse Catacomben zijn tijdelijk gesloten voor het publiek om grote renovatiewerkzaamheden uit te voeren. De site zal heropend worden in het voorjaar van 2026.
Parijse als afsluiter
Heb ik al gezegd dat Parijs zoveel meer is dan de Sacre-Coeur en de Champs-Élysées? Met een beetje lef en nieuwsgierigheid ontdek je een stad die een boeiende mix van rust en avontuur, kunst en cultuur in de aanbieding heeft. Bonne balade en à la prochaine!
Reactie plaatsen
Reacties