Fris met zo’n 18° en een grijze wolkenhemel (wat doen we aan: lange broek of toch dat makkelijke wandelrokje?). Niet meteen het meest zonnige begin van onze 5e caminodag, een dag met behoorlijk wat kilometers te lopen want Arcade, het eindpunt van deze etappe ligt op 23,6 km van ons beginpunt in O Porriño. Dat wordt beentjes invetten (letterlijk voor sommigen) en gaan!
Langs de Via Romana naar Mos
Genoten van een heerlijk ontbijt, valies klaargezet voor bagagetransfer door Portugal Green Walks, stempel in het boekje en klaar voor vertrek. Nog snel een foto nemen van de wazige ochtendzon, amper zichtbaar tussen de bomen in een dappere poging om de mistslierten te verdrijven. Het busje van Hostel Expo brengt ons naar de parking van de Albergue de Peregrinos en de wandeling van vandaag kan beginnen. Het centrum van O Porriño, met zijn winkelstraten, terrasjes, hotels en historische gebouwen, laten we achter. Op dit vroege uur zijn we niet alleen op stap – dat valt op – wie immers de vereiste 100 km voor een "compostela" of certificaat wil halen, zit vanaf nu ook op de Camino.
En dan loopt het fout. Wegenwerken aan de N-550, een niet-duidelijk geplaatste gele pijl en hup, daar gaan we, een zandpad op met natuurlijk een rij volgers achter ons aan. Het eurocentje valt pas wanneer we geen gele pijlen meer zien of vinden. En elke pelgrim weet: weg gele pijl = weg Camino en weg goed gevoel! Retour dus, naar beneden, naar de grote baan waar gelukkig de rest van ons wandelgroepje net aankomt. Met dank aan een toevallige voorbijganger die iedereen de goeie richting uitstuurt.
We volgen een lange asfaltweg door onbekende gehuchten, in de tuintjes de nu al vertrouwde druivenstruiken, aan de kant in het gras een leuk bordje met de waarschuwing “Zona de Tránsito de Peregrinos” (er wordt aan ons gedacht!) en heel hoopgevend, de granieten wegwijzer met de zalig klinkende 100,221 km! Even geen huizen meer maar groen en bomen, dat wandelt aangenamer. Jammer van de lucht, die zit potdicht en blijft grauw en grijs en de mist houdt de heuvels in de verte nog altijd gevangen. Een beetje stijgen, een beetje dalen, de weg is allesbehalve vlak en slingert zich door het Spaanse platteland met zijn stille dorpen en overal aanwezige kapelletjes. Ooit stond dit bochtige baantje op de kaart als de Via Romana XIX, de verbinding tussen de steden Braga en Astorga. Een wandeling terug in de tijd, terug naar de 11e eeuw en naar alle pelgrims die sindsdien dezelfde route zijn gegaan. Een verbondenheid over de eeuwen heen … Je loopt de Camino nooit alleen.
Een drinkfontein, een bankje, een stenen vrouwenbeeld met pelgrimsschelp en tekst over Santiago van María Magdalena Domínguez Domínguez (een bekende dichteres uit Mos), een vrolijke ontmoeting met een groepje drukke Spaanse wandelaars, we stappen lekker door en genieten van het uitzicht op velden en beboste heuvelruggen. Ver van de drukte van steden en snelwegen ligt Mos Castro, een historische plek omringd door het weelderige groen van de Louriña vallei. Pal op de Camino, is het dorpje perfect voor een koffiestop en dat kan nergens beter dan in de Fundación Pazo de Mos. Cappuccino, granenreep en wat gedroogd fruit, een kort genietmoment op het terras, in een schitterend parkachtig kader.
Wat in de 17e eeuw behoorde tot het optrekje van de markiezen van Mos, is nu het gerestaureerde Pazo dos Marqueses de Mos. De geschiedenis van het paleis gaat van exclusieve pracht en praal voor een handjevol edellieden naar ondergang en verval naar een statig gebouw dat behoort tot het cultureel patrimonium van Galicië. Ondergebracht in een stichting en beheerd door een groep vrijwilligers, vind je er anno 21e eeuw tentoonstellingsruimtes, een museum en een cafetaria en worden er allerlei activiteiten en cursussen georganiseerd.
In de schaduw van het verheven Pazo, staat heel nederig de Iglesia de Santa Eulalia de Mos, een klassiek kerkje met verweerde gevel en open klokkentoren, gebouwd in de 16e eeuw.
Het is druk op de trappen en op het plein aan het Pazo de Mos. Er hangt een levendige en ontspannen sfeer … gelijkgestemde wandelzielen die elkaar groeten en tijd maken voor een vlugge babbel. Echter, de Camino roept met nog een flinke route te gaan. Terug op pad maar niet zonder deze: wandelmaatje Marijke gaat op de foto met een echte Galicische doedelzakspeler in traditionele klederdracht. Ook dat maakt de Camino bijzonder: de simpele en gewoonweg onvergetelijke momenten tijdens de dag.
Verder, hoger, dieper naar Redondela
Het wordt klimmen vanaf Mos op een eindeloze asfaltbaan langs weer andere verstilde dorpjes met een overvloed aan bloeiende bougainvillea over de tuinafsluiting. Dikke gele citroenen tussen de takken van een glanzende donkergroene boom vragen om geplukt te worden! Steil, erg steil gaat het omhoog tot aan de Iglesia Santiaguiño das Antas. Dat is het hoogste punt van deze etappe, de Alto de Barreiros, op 235 m.
Vanaf nu gaat het in dalende lijn naar Redondela over een zandweg, langs een Romeinse mijlpaal (de Milario de Vilar), over nog meer asfaltbaantjes en (opgelucht) ook door een stukje dennenbos. Dan duiken we, bijna letterlijk, de diepte in, wat wel voor prachtige zichten zorgt over het dal onder ons. Akelig, zo’n bijna loodrechte baan naar beneden. Twee positieve gedachten: we zitten op slechts een paar kilometer van Redondela en na de afdaling is de weg vrij vlak. Voor de spoorwegbrug houden we nog een korte stop. Een pelgrimsbeeld vraagt om een grappige fotoshoot. Het is wel rijtje schuiven – zondag en de Via XIX Romana is ideaal voor een familie-uitstap!
We steken de drukke N-550 over en na een paar honderd meter wacht ons het terras van Vila Bella voor een late maar zeer verdiende lunch en een al even verdiende rustpauze. Geen blitzbezoek aan het historisch centrum van Redondela, al heeft het stadje een paar interessante bezienswaardigheden zoals het Convento de Vilavella, een klooster uit de 16e eeuw tegenover het terras van Vila Bella, het Casa da Torre, eveneens uit de 16e eeuw dat nu in gebruik is als alberque en tentoonstellingsruimte en het imposante viaduct dat rakelings langs de huizengevels loopt.
Het is af en toe zoeken naar de gele pijlen want die staan overal: op de stoep, op de straat, op gevels of op een lantaarnpaal, maar het lukt ons om de buitenwijken van Redondela te bereiken. Omdat de Portugese Camino da Costa en de Camino Central in Redondela samenkomen, is het hier heel wat drukker. Asfalt- en zandweg, velden en huizen, het zoveelste gehuchtje, de route blijft heuvelachtig en de N-550 is nooit ver weg.
Een groen parkje met stevige picknickbanken nodigt uit tot een lesje tangodansen. Een momentje puur plezier om daarna het bospad op te gaan voor een laatste klim naar een hoogte van 147 m, de Alto da Lomba, langs wankele stenen muren, hoge eucalyptusbomen en varens die langzaam een bruine herfsttint krijgen. Geen kunstwerk, geen monument maar de achtergelaten schelpen, lintjes, foto’s en kaartjes langs de kant van de weg zijn ontroerend in hun eenvoud en vertellen het stille verhaal van de caminowandelaars.
Waar de bomen plaats maken voor lage struikjes, krijgen we een onverwacht kadootje: een fantastisch zicht op het estuarium van Vigo of de Ría Vigo! Het geeft nieuwe moed en energie voor de laatste kilometers naar Arcade.
foto met dank aan Marijke
foto met dank aan Marijke
Arcade, oesters en de oceaan
Een slingerend asfaltbaantje tussen het groen leidt ons opnieuw naar de N-550 (die blijft ons achtervolgen vandaag). Best gevaarlijk wandelen op de smalle voetgangersstrook met de snel rijdende auto’s aan onze linkerkant. En daar is dan eindelijk het bordje “Arcade” – niet te vroeg juichen want het is nog een eindje stappen naar Hotel Isape, onze slaapplek voor vannacht op ongeveer 500 m van de caminoroute. Een laatste snelle stop want de enorme gele trompetboom loop je uiteraard niet zomaar voorbij, die is te fotogeniek!
Een verkwikkende douche en de moeilijke en lange wandeldag is zo vergeten, al was de route met een totale klim van 464 m en een totale daling van 452 m een hele prestatie!
Een zinnetje in het roadbook (Arcade – strand – views – de moeite) doet Corrie en mij toch besluiten om, voor het avondeten, de hoekjes en kantjes van dit kleine kuststadje te gaan verkennen. De gevel van het Romaanse kerkje uit de 12e eeuw, aan de overkant van het hotel, is duidelijk aan restauratie toe, oud en grijs door regen en wind en de invloeden van de vlakbij gelegen kust. Mooi in zijn vervallen schoonheid.
De heuvel af, richting het strand, laat het centrum een moe en ietwat verwaarloosd stadje zien met ouderwetse winkels en fantasieloze hoogbouw. De weinige, traditionele woningen staan beneden aan de oevers van de Río Verdugo waar Arcade je verrast met onverwachte plekjes, groene heuvelzichten, kleine inhammen met vissersbootjes op het droge en strandjes die op deze oktoberavond heerlijk rustig zijn.
Een middeleeuwse brug, gebouwd op Romeinse resten, vormt de verbinding tussen Arcade en het kleine gehucht Ponte Sampaio aan de overkant van de Río Verdugo. Die brug, de Ponte Sampaio, was tijdens de Onafhankelijksoorlog in de 19e eeuw het toneel van een hevig gevecht tussen de Franse en Spaanse troepen, wat eindigde in de terugtrekking van Frankrijk en Napoleon uit Galicië.
Net breed genoeg voor een auto, hobbelige kasseitjes als wegdek en met een geweldig zicht over de rivier die langzaam zijn weg zoekt naar de Atlantische Oceaan, de Ponte Sampaio is wat Arcade dan toch de moeite waard maakt. Dat en de beroemde “Arcade” oesters!
Praktisch :
Koffie: Fondación Pazo de Mos - Camiño da Rua 1 - Mos
Lunch: Vila Bella - Praza de Ponteareas 8 – Redondela (pal aan de Camino – fris en modern interieur – gezellig terras – super clubsandwich)
Overnachting: Hotel Isape – Estrada Soutomaior 36 – Arcade (https://hotel-isape.com/) - tikje ouderwets familiehotel met keurige kamers – in het restaurant worden flink gevulde borden opgediend in een zenuwachtige dans rond de tafels en de gesplitte rekening zorgt voor heel wat gezucht en gecijfer en onverstaanbare Spaanse commentaar – het ontbijt gaat op z’n gemakje, zonder haast wordt bordje na bordje apart binnengebracht.
Reactie plaatsen
Reacties