De Camino brengt ons op dag 4 van Noord-Portugal naar het Spaanse Galicië, een voettocht van 21 km langs beekjes en riviertjes, door een natuurpark en over Romeinse bruggetjes. De route loopt van de ommuurde vestingstad Valença aan de ene kant van de Río Minho en het middeleeuwse Tui aan de overkant naar het industriestadje O Porriño in de Louriña vallei.
Een iconische brug en een versterkte kathedraal
Waarom we vandaag al om 8h30 op pad zijn? Om 2 goeie redenen: de versterkte kathedraal van Tui is een extra stop echt wel waard en ons hostal voor vandaag is inclusief een gezellige tuin met zwembad. Niet getreuzeld dus en vertrekken! De Pedras do Caminho (de stenen van de Camino) en de wegwijzer met de gele pijl wuiven ons uit, heuvelopwaarts richting de Portas do Sol en Valença’s oude binnenstad. Op dit vroege uur is het hier nog zalig rustig. De terrasjes op de Praça da República zijn stil en leeg, de Igreja Santa Maria dos Anjos is gesloten. Langs de stadswallen, door een donkere en vochtige tunnel, de lange trappen af naar de Avenida de Espanha, richting de iconische Ponte Rodo-Ferroviária over de Río Minho.
De brug die Portugal en Spanje verbindt is een klein metalen meesterwerk uit de 19e eeuw, ontworpen door Gustave Eiffel (die van de Parijse Eiffeltoren).
Snel een korte stop om het uitzicht op de rivier en op de Spaanse overkant te bewonderen en natuurlijk hoort daar een foto bij! Een laatste blik achter ons, een vaarwel Portugal en een welkom Spanje en niet vergeten, een uur later op de klok. Vanaf nu wandelen we in de regio Galicia, Spaanse trots en vermeld op de caminobordjes, naast de universele schelp en gele pijl.
Vanaf nu wordt Bom Caminho vervangen door Buen Camino.
Rechtsaf gaat onze tocht langs de Minho rivier, de waterkant nog net zichtbaar tussen de bloeiende struiken en groene varens. In de verte, hoog op een heuveltop en uittorende boven de boomkruinen en de daken van de huizen, lijkt een versterkte burcht te staan. Lijkt, want dat is wel degelijk de Santa María da Asunción, dé kathedraal van Tui. Geen sierlijke torens, slechts een stoere borstwering met kantelen omdat de kathedraal in de 12e eeuw vaak diende als militair bouwwerk ter verdediging van Tui tegen de aanvallen van de Portugezen. Het was in de middeleeuwen een drukte van belang op deze plek aan de Río Minho met aan de ene kant Valença en het Fortaleza en aan de andere kant Tui en zijn burchtkathedraal. Confrontaties en gevechten over en weer, de twee hielden elkaar voortdurend in het oog.
Eeuwen later is de grens tussen beide landen een vredige rivier en zijn de 2 steden toeristische trekpleisters, verbonden door een 318 m lange brug.
Net als haar Portugese overbuur, heeft ook Tui een historische binnenstad en dat zal je geweten hebben: de straatjes richting het centrum zijn smal en steil. De imposante en robuuste voorgevel van de kathedraal met het druk versierde voorportaal laat je de fikse klim echter meteen vergeten.
Stempel gehaald, belangrijk omdat het vanaf de kathedraal nog exact 100 km is naar Compostela, net genoeg voor een “compostela”.
En dan duiken we opnieuw de middeleeuwen in langs oude steegjes zoals de Rúa do Ouro, langs gevels en gebouwen vol geschiedenis en langs de grijze Iglesia de San Bartolomé de Rebordáns, verstopt achter het groen op een idyllisch pleintje.
Romeinse wegen, asfaltwegen en een complementaire Camino
De Via XIX, met dank aan die ijverige Romeinen, leidt ons naar de Ponte da Veiga, een middeleeuwse brug over de Louro rivier. Een eenzaam paard aan een touw, een fonteintje met drinkbaar water en een modern kunstwerk ter ere van alle passerende pelgrims zijn de bruggenwachters van dienst. Linksaf na de brug zitten we eindelijk terug tussen de bomen en de struiken en de grasveldjes. Heerlijk dit stukje natuur! Alleen van korte duur, dat leuke landweggetje. Daarna is er vooral veel asfalt en veel drukke baan. Gelukkig stuurt de gele pijl ons, na een paar vervelende kilometers, het natuurgebied Gándaras de Budiño in en lopen we te genieten langs de oevers van de Río Louro.
De ideale pauzestop (intussen bekend in de groep als bananenpauze) vinden we op de grote keien rond het Cruz de San Telmo. Deze plek blijft voor altijd verbonden met het verhaal van San Telmo, de patroonheilige van Tui die, hier in de buurt, in 1251 bezweek aan de pest tijdens zijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. De Romeinse Ponte das Febres (toepasselijk de koortsbrug), over de kleine Río San Simón, is verboden toegang wegens instortingsgevaar. De houten oversteekbrug is weggespoeld tijdens een overstroming. Dan maar een kleine zijsprong ...
En verder gaan we tussen herfstige bomen en struiken, begeleid door de wind, de zon en de wolken, met weinig meer aan ons hoofd dan voet voor voet te zetten op het pad dat voor ons ligt.
Het bos laten we achter ons voor het kleine gehucht Ribadelouro en daar zien we voor het eerst een espigueiro. Heel typisch zijn ze voor het noordwesten van Portugal en Galicië, deze houten of granieten gebouwtjes op pilaren en met luiken of deuren en verluchtingsgaten. Denk niet een huiskapel of graftombe, al hebben veel van deze espigueiros een kruis of torentje op het dak. Het zijn integendeel traditionele en nog steeds gebruikte graan- of maïs- of aardappelschuren of wat er ook aan veldgewassen droog en veilig voor knaagdieren moet bewaard worden. Heel fotogeniek die schuurtjes!
De Río Louro stapt met ons mee vandaag (of is het andersom) en als kaboutertjes op een rij, geholpen door de antieke Romeinse Ponte de Orbenlle, steken we over naar de andere kant. De Via Romana wordt ons pad en gidst ons door een tijdloos bomenlandschap.
Met een fantasierijke muurschildering “Portico da Gloria Mural” van een plaatselijke artist Xai Óscar heet het dorpje Orbenlle de pelgrims welkom. De herfstzonnestralen werpen een mystiek licht op het tafereel. Vanaf nu volgen we een alternatieve route nl. de Camino Complementário. Zo vermijden we de oorspronkelijke Camino door het industriegebied van O Porriño - vrachtwagens en druk verkeer zijn nu eenmaal niet de beste wandelmaatjes. Daarom gaan we linksaf het bos in om weer langs de Río Louro en door het Gándaras de Budiño natuurgebied te wandelen.
Nog een laatste omweggetje om niet in het centrum van O Porriño te arriveren. Via het Parque Agility Paseo Río Louro, een bospaadje vol herfstbladeren en houten bruggetjes bereiken we het einde van deze etappe waar de hosteleigenaar ons oppikt met zijn busje en ons in vliegende vaart naar zijn Hostel Expo brengt.
Ingecheckt, badpak aan, e-reader mee, drankje besteld aan de bar en dan rest ons enkel nog de pure ontspanning en de hemelse rust in de tuin aan het zwembad - op de achtergrond geen ander geluid dan vogeltjes die fluiten en zacht gebabbel en vrolijk gelach van de andere caminootjes in ligzetels en hangmatten tussen de schaduwrijke bomen.
’s Avonds wacht ons een fantastisch diner met de lekkerste verse sardientjes ooit en de Tarta de Santiago (de amandel-camino-cake) zorgt voor heel wat hilariteit! Een plezierig einde van een wat mistige stapdag – mist in het hoofd, weinig aandacht voor de omgeving, veel aandacht voor de voetstappen maar hey, ook dat is de betekenis van een voettocht!
♥Met dank aan de sympathieke eigenaars van Hostel Expo, altijd in voor een grap en een lach en met hele prettige herinneringen aan het verzorgde ontbijt, de service en de comfortabele kamer in een uitbundige lilakleur waar je zomaar van gaat glimlachen!
Hostel Expo – Carretera da Igrexa Pontellas 50 - O Porriño
(https://www.hotelesfinder.com/hostal-expo/)
Voor pelgrims wordt er een gratis pendeldienst tussen de wandelroute en het hostel verzorgd.
$$ Lunchadres: San Campio – Centro Cultural de Pontellas
$$ Met dank aan Pieter voor de foto van Corrie, Marijke en ik op de Ponte de Orbenlle
Foto pelgrimskunstwerk van Portugal Green Walks
Foto camino-cakejes van Anita
Reactie plaatsen
Reacties
Boeiend geschreven met heel veel informatie!
Kijk uit naar dag 5.