Soms komt een mens onverwacht een onbekende parel tegen. Een samenloop van omstandigheden (studerende kleindochter die een eerste keer met de trein van het lycée naar huis spoorde) bracht mij op een mooie septemberdag naar een Noord-Frans stadje: Douai of la Cité des Géants. Gelukkig met een centrum op mensenmaat en klein genoeg om alle bezienswaardigheden op wandelafstand van het station te ontdekken.
Een rivier [de Scarpe] die dwars door het centrum loopt en uitmondt in de Schelde, een oude benaming [Dowaai] die erg Vlaams aandoet en ja hoor, je raadt het goed, Douai behoorde in de 13e eeuw tot het graafschap Vlaanderen. De productie van textiel en de jaarmarkten zorgden ervoor dat de burgers van Douai er warmpjes bij zaten en een goedgevulde beurs hadden. Douai was een bloeiende en welvarende stad met aanzien tot de Graaf van Vlaanderen boel kreeg met de Franse koning waardoor Dowaai uiteindelijk Douai en Frans werd.
Op wandel door het hedendaagse Douai merk je nog steeds dat rijke culturele verleden, weerspiegeld in tal van prachtige gebouwen. Hoog tijd om die te gaan ontdekken. Dus snel dat station uit en linksaf langs de brede Boulevard P. Phalempin waar je zo tegen de massieve Porte de Valenciennes aanloopt. Ooit onderdeel van de stadsversterking, nu ietwat verloren op een rond verkeerspunt als een aangespoelde sloep op een eiland.
Aan de overkant vind je, op een zonnige en warme septemberdag, verkoeling in het groene Parc Charles Bertin. Schaduwrijke laantjes, weelderige bomen en moderne sculpturen … een mooie plek om even halt te houden.
Langs de Église Catholique Notre Dame (al een paar jaar in de steigers) en de groene Square Jemmapes kom je op de drukke Place Charles de Gaulle met parkingplaatsen, busstops en het postkantoor.
Slechts een paar passen verder sta je in het echte hart van de stad, de Place d’Armes. Het ruime, open en pas heraangelegd plein staat garant voor gezellige terrasjes, verfrissende fonteinen en leuke winkels (Frans hé dus net anders dan bij ons). Wil je meer weten over de stad dan kan je terecht in het prachtige Hôtel du Dauphin op het plein waar het Office de Tourisme gevestigd is.
Van alle kanten heb je een perfect zicht op de indrukwekkende klokkentoren van het gotische belfort uit 1380 - UNESCO Werelderfgoed en dankzij de Vlaamse Leeuw op de top ook een beetje van ons. Je kan de toren met zijn beiaard met 62 klokken zelfs beklimmen, als je tenminste zin hebt in 195 trappen op- en aflopen.
Neem zeker ook een kijkje aan de achterkant van het belfort. Daar staat het stadhuis, rijkelijk voorzien van torentjes en krullen en lantaarns en één en al bloemenpracht in de zomer! Echt een bezoek waard!
Loop je de autovrije Rue de Bellain door dan kom je niet alleen langs een aantal leuke winkels maar ook langs de magnifieke en kleurrijke Collégiale Saint-Pierre in zachtgeel en steenrood. Dit historisch monument combineert een Vlaams gotische stijl met de symmetrische kenmerken van het classicisme. Een aanrader!
Het centrum van Douai voelt erg Vlaams aan met geplaveide kronkelstraatjes en deftige gevels van 18e-eeuwse herenhuizen. De Place de Saint-Amé met de sfeer van le vieux Douai van 200 jaar geleden, een schattig schoolgebouwtje met Sinterklaas hoog boven de ingang, een plechtig oud justitiepaleis aan de Pont de Rivage, de aparte gebouwen van wat ooit in de 18e eeuw het Vlaamse Parlement was, een glinsterend nieuw justitiepaleis die als een blinkende inoxdoos boven alles uittorent … en de rivier de Scarpe als een waterlint erdoorheen.
De hemelsblauwe nostalgische brugleuningen, in de zomer getooid met gele en roze en fuchsiakleurige bloeiers, geven de rivier een vrolijk en frivool tintje. Volg dit blauwe snoer over de Pont des Augustins - één van de twee overgebleven weegbruggen in Douai - en de Pont de la Massue – in een ver verleden de scheiding tussen Vlaanderen op de ene oever en Henegouwen op de ander oever. Maak meteen ook een ommetje langs de Promenade de Benedictins Anglais voor een heerlijke wandeling langs de oevers van La Scarpa. Vergeet af en toe niet omhoog te kijken: sommige gevels hebben een creatief jasje gekregen.
Mis het kleine kunstige straatje Rue des Chartreux niet met het interessante Musée de la Chartreuse. Met een bezoek aan dit, sinds 1930 historisch monument, ben je wel even zoet want er valt nogal wat te ontdekken. De smeedijzeren poort brengt je met één stap naar de 16e eeuw, in een wereld van vergeten kloostermonniken, antieke tuinen met ouderwetse planten, moestuinen met fruit en groenten, perkjes met kruiden en een schitterende kapel waar geen gebeden meer weerklinken maar waar de serene witte ruimte nu beheerst wordt door zwijgende beelden. In de vroegere refter en kapittelzaal kan je schilderijen en kunstvoorwerpen bewonderen van de late middeleeuwen tot nu. Een opmerkelijke collectie voor een klein museum in een kleine stad!
Wat opvalt in die kleine stad is de aandacht voor wandelaars en fietsers. Douai is dan misschien niet erg groot, het is wel een belangrijke studentenstad met heel wat colleges en lycées, een rechtenfaculteit, een wetenschapscampus en een conservatorium. Dat brengt veel jong volk op de been die echter alle ruimte krijgen met goed aangelegde en veilige fiets- en wandelpaden die vanaf het station vertrekken naar alle uithoeken van de stad en de buitenwijken.
Een stadje naar mijn hart waar er nog een aantal straatjes en weggetjes zijn die op mijn ‘te volgen’-lijstje staan!
NOG MEER DOEN EN ZIEN:
* le Jardin de la Fonderie op de linkeroever van de Scarpe rivier. Een wat besloten en verborgen plek waar ik heel toevallig terecht kwam. De plaats van een middeleeuwse versterkte woontoren werd de plaats van een allang verdwenen kasteel en werd uiteindelijk een metaalgieterij waarvan enkel nog de poort en de ronde muren herinneren aan de vele honderden kanonnen die hier gegoten werden in woelige oorlogstijden. Toch hangt er een vredige sfeer op deze verstilde plaats.
* het archeologische museum Arkéos met een schat aan 200.000 jaar geschiedenis van Douai en omgeving
* boottochtjes op de Scarpe rivier
* het oudste huis van Douai in de Rue du Clocher Saint-Pierre
* een bezoek aan de reuzenfamilie Gayant van Douai in de Rue de Lambres
* het recreatiepark Jacques Vernier waar je kan boomklimmen, waterfietsen, bootje varen, trampoline springen, golfen of gewoon simpel kan wandelen en genieten
* een markt op zaterdag op de Place de Saint-Amé en op zondagvoormiddag op de Square Saint Maur des Fossés
* beiaardconcerten elke zaterdag van mei tot oktober en niet te vergeten de Fêtes de Gayant, de optochten met de reuzenfamilie Gayant van Douai
Reactie plaatsen
Reacties