Camino Portugués - Dag 7: van Pontevedra naar Caldas de Reis. (Pelgrimstocht Santiago de Compostela)

Gepubliceerd op 11 oktober 2022 om 11:25

Stempel gehaald, bagage klaar gezet en vertrokken, richting de oude binnenstad van Pontevedra, de smalle straatjes door en richting de Ponte do Burgo, voor een staptocht van 23 km naar Caldas de Reis. Een vroege fotostop bij het ‘64,500 km’-beeld herinnert ons aan de afstand tot Compostela. Een vlug binnenkijken in de automatenshop “The Way” leert ons wat een moderne pelgrim nodig heeft om in Compostela te geraken. Een kleine opgraving net voor de oude brug laat ons de resten bewonderen van de echte, antieke Romeinse brug uit de 1e eeuw.

 

Een camino langs Galicische wijngaarden en akkers en bosland

Dag 7 gaat van start met een wandeling over de middeleeuwse Ponte do Burgo, heraangelegd in de 12e eeuw en recent autovrij gemaakt. Wat bleef zijn de massieve stenen pijlers, nog altijd gedecoreerd met een schelpmotief, als herinnering en eerbetoon aan de caminopelgrim.

Aan de overkant van de Río Lérez lopen we het centrum uit, hoogbouw verandert in huis met tuintje, de straten worden steeds smaller en rustiger, de omgeving steeds groener. Zoals elke dag, zijn de gele pijlen ook nu trouw aanwezig om ons op weg te helpen. Die weg gaat van asfalt over in een gravelpad en daar komen we onze ouwe vriend, de Via Romana XIX, weer tegen. De natuurlijke omgeving langs de wegkant is deel van het Xunqueira de Alba, een natuurreservaat dat vooral uit moerasland bestaat. Het is heerlijk lopen op een frisse oktoberochtend, zo tussen dat groene natuurschoon waar, onzichtbaar voor de wandelaar, de Río da Gándara stroomt.

Een traditionele horréo, een ouderwetse wasplaats en de spoorweg, de bewoonde wereld van een klein gehucht en dan terug onder de bomen, langs de hoge bleke stammen van de eucalyptus en de met mos en minivarens begroeide muur van wat een kerkhof blijkt te zijn. Totaal niet verwacht en het maakt ons nieuwsgierig. Om de bocht van de kerkhofmuur, staat op een heuveltje, de Iglesia de Santa María de Alba. Klein, oud, uit de 12e eeuw, voor dit donkere kerkje met het typisch Spaanse kerkhof maken we graag even tijd. Gevangen in het vage zonlicht dat door de boomtakken schijnt, heeft het gebouwtje iets onwerkelijks en mysterieus.

We laten de mooie zichten op heuvels en velden achter ons – de gele pijl stuurt ons linksaf langs een drukke baan (gelukkig met voetpad) en we wandelen door San Cayetano. Zeker stoppen aan de kleine kapel van de heilige met dezelfde naam. Zelden zo’n schattig heiligenbeeld gezien als dat van San Cayetano in zijn witte met kant afgeboorde tuniek. Stempel niet vergeten want die is leuk!

Vredige plattelangswegen, verlaten wijngaarden, een Romeinse wegmarkering (deze keer een replica van de originele Miliario Magno Magnencio uit het jaar 350), rustieke huizen, oude en vervallen huizen waar de klimop deuren en ramen versiert, een goeie babbel, dit is 100 % genieten!

Deze etappe is er eentje van vlakke, makkelijke paden, verstilde gehuchten en zalige bosrijke decors zoals dat van de Reiriz y Lombo da Maceira. Een hobbelig stokoud bruggetje, modderige paadjes, we lopen soms langs de rivier en dan erover, we lopen soms langs de spoorlijn en dan erover. Heuvelopwaarts het bos uit vinden we de ideale koffiestop bij A Pousada do Peregrino in het kleine San Amaro. Een een fris en vrolijk interieur, een schaduwrijke tuin met gezellige zitjes en de onontbeerlijke cappuccino, het leven op de Camino kan goed zijn!

Ook San Amaro heeft een dorpswasplaats (worden die nog gebruiken?), een picknickplaats en een fontein. Pure folklore langs de wegen op het Spaanse platteland. We voelen ons Romein op de Via Romana XIX en middeleeuwse pelgrim bij de stenen kruisen op de stoffige zandweggetjes. Ons simpele wandelleven in de warme zon onder een stralend blauwe hemel vertraagt en haalt amper 4 km per uur. Nood aan extra energie - tijd voor een lunchpauze in de schaduw van de  kleurrijke Cafe-Bar Oasis waar de tomaten recht uit de tuin komen, de caminocake onvervalst homemade is en de chorizo boven een vlammetje gebakken wordt. Simpel en verrukkelijk! En nog een stempel bij op onze credential, een zonnige dit keer met palmbomen.

Zigzaggend tussen drukke baan en veldweg, langs een lappendeken van kleine wijngaarden en akkers, langs herfstig bruine varens en maïs die nodig geoogst moet worden, langs de Capela de Santa Lucía en een indrukwekkend grote muurschildering belanden we op het dorpsplein van Tivo, compleet met fontein, wasplaats en stenen pelgrimskruis. De laatste inspanning, de laatste 2 km, een stukje drukke weg, een slordige verzameling traditionele huizen en we zijn er, gearriveerd in Caldas de Reis.

En waar is nu dat hotel? Aan de overkant iets wat eruitziet als een officieel gebouw (blijkt het gemeentehuis te zijn), voor ons een rivier en een brug, naast ons, jawel de grote poort van spa hotel Balneario Acuña! Suf gewandeld maar gevonden dankzij het “hallo hierheen!” van onze lieve caminogenoot!

 

Caldas de Reis, Romeinse warmwaterbronnen en thermale spa’s

Een lange wandeldag afsluiten aan de rand van een thermaal zwembad met warmwaterbad onder een wolkloze hemel en een pergola van wijnranken, bestaat er nog iets meer fantastisch? Ik dacht het niet!

Hoor ik daar iemand de vraag stellen: waarom een overnachting in een spa hotel, op weg naar een bedevaartsoord? Heel eenvoudig omwille van de eeuwenoude geschiedenis van dit stadje op de route naar Compostela, een geschiedenis die begint in de bronstijd. De Kelten kenden het bestaan van de warmwaterbronnen en vestigden zich op dit kleine plekje in Galicië. Later werden ook de Romeinen aangetrokken door die heilzame en geneeskrachtige bronnen. Die lagen namelijk precies op de Via XIX, de weg tussen Braga en Astorga, die vooral gebruikt werd door de Romeinse legers. Veel bezienswaardigheden in het historisch centrum van Caldas de Reis (wat warme bronnen van de koning betekent) dateren van die Romeinse periode.

Met de stijgende populariteit van de Camino Portugués ontdekten ook de pelgrims de waarde en de therapeutische eigenschappen van het warme water. Zo vind je er nog altijd de Lavadero Termal, de publieke wasplaats met water uit één van de warmwaterbronnen, waar pelgrims vroeger en nu hun vermoeide voeten konden en kunnen verwennen met een weldadig badje.

De andere warmwaterbron in de binnenstad is de Fonte Termal das Burgas, geen wasplaats maar een fontein met drinkbaar water uit de bronnen.

Behalve deze 2 warmwaterbronnen heeft Caldas de Reis ook 2 spa hotels met thermaal water: Hotel Balneario Davila en Hotel Balneario Acuña, waar wij logeren.

 

 

Een zwembad vol herinneringen

Na dat beetje achtergrondinfo, terug naar vandaag en de noodzakelijke dingen bij aankomst op een logeerplek: inchecken, bagage ophalen, kamer zoeken. Kamer is een wat simpel woord voor de geschakelde huisjes aan de rand van de tuin en het zwembad. Ruim, koel, rustig, kleurig ingericht, compleet met klaarliggende reuzegrote badhanddoek en al even reuzegrote badjas (maat XXL 😊), kan niet beter!

Slippers aan en recht naar dat deugddoende warmwaterbad! Wat genieten de voeten hiervan! De strandstoelen staan al te wachten in de late middagzon, een drankje, een boek, een babbel, gelach en ideeën die bovendrijven en in de lucht blijven hangen … herinneringen om te koesteren, opgeslagen met een grote strik rond.

 

Avondgedachte: geen zorgen over de volgende dag, morgen zorgt wel voor zichzelf.

 

 

Handige info

       Een statig gebouw met de allure en de sfeer van een oud spa hotel - gelegen aan de oever van de Umia rivier  

  • Koffiepauze: A Pousada do Peregrino - San Mauro 39 Portela – Barro
  • Lunch: Cafe-Bar Oasis - Lugar Monllo 3A - A Seca
  • Diner: Cafetería Termas - Calle Laureano Salgado 3 – Caldas de Reis

       Super gelegen voor een buitenetentje op een warme najaarsavond – tafeltjes aan de oever van de Umia rivier

  • The Way - Rúa da Virxe do Camiño 2
  • Kilometerbeeld 64,500 - Rúa da Virxe do Camiño 35

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.