Bretagne: Rennes, waar oud en jong elkaar tegenkomen.

Hoofdstad van Bretagne

Interessant genoeg voor een daguitstap of willen we hier enkel de bekende Bretoense pannenkoek gaan eten? Wat opzoekwerk leert ons dat Rennes ook de stad is van de zowat grootste voedingsmarkt in Frankrijk en er is een historisch centrum met genoeg vakwerkhuizen voor de onmisbare mooie foto’s. Trouwens, een bezoek aan de belangrijkste stad van de regio mogen we zeker niet missen!

Deze keer dus geen rit richting kust maar richting het binnenland van Bretagne, met zijn golvende groene heuvels, appelboomgaarden en rustige riviertjes. Toch zit je hier op nog geen uurtje rijden van de zee, in een streek die eeuwen geschiedenis ademt. Er was al sprake van Rennes in de tijd van de Kelten, de hertogen van Bretagne hadden er hun zetel en vanaf de 16e eeuw was ook het parlement van Bretagne hier gevestigd. Rennes is een historische stad en dat is aan de straten, de pleinen en de huizen te merken.

Maar ons stadsbezoek beginnen we op de plek waar kleur, geur en smaak in overvloed aanwezig zijn, de Marché des Lices, elke zatderdagvoormiddag (van 7.30 tot 13.30 u) op de Place des Lices en dat al sinds 1622!

Omringd door de gevels van statige herenhuizen, is dit mooie plein ook de plaats van de als monument geklasseerde markthallen met hun karakteristieke muurmotieven in geel-rode bakstenen en hun gietijzeren dakstructuur. De hallen en de markt zijn een echt paradijs voor foodies. De honderden kraampjes en tientallen foodtrucks bieden zowat alles aan wat onder de term ‘eten’ valt. Heel veel lokale en artisanale producten, heel veel bio en heel veel Bretoens. Opgestapelde kreeften, bergen oesters, groenten, fruit, kazen, brood, honing en koekjes … Hier krijg je goesting en honger en zin in alles tegelijk. Gelukkig zijn de terrasjes en eethuisjes niet ver (Rue Rallier du Baty bijvoorbeeld). En ben je in de hoofdstad van Bretagne, dan eet je Bretoens. Dan eet je de enige echte crêpes of de galettes, gemaakt van boekweitmeel, flinterdun en gevuld met wat je maar wil (lekkere kaas, spek, hesp, eitjes …).

Een boogscheut verder loop je hippe en eigentijdse boetieks binnen met, ook hier, veel lokale modeontwerpers en artisanale kunst en handwerk. Dé ontdekking van de dag was de fantastische Kilo Shop, vintage kleding die per kilo verkocht wordt en alleen al voor de inrichting moet je daar eens gaan kijken (3 Rue Ferdinand Buisson).

Historisch Rennes

Na de markt en de specialiteiten van Rennes is er ook nog het historische Rennes. Richting Rue Saint-Saveur en de Place du Champ-Jacquet kom je ze tegen: de 286 vakwerkhuizen die niet verwoest zijn in de brand van 1720. Met hun kleurige, houten gevels, de ene al beter bewaard en gerestaureerd dan de andere, vormen ze een charmant maar tegelijkertijd indrukwekkend geheel. Geplaveide straatjes, een inkijk naar een binnenplaats, een gezellig pleintje, dit is een pittoreske en vooral een goed voor veel foto’s-stad.

Behalve de middeleeuwse huizen wandelen we in het centrum langs het stadhuis (met een trouwfile in de warme middagzon – Rennes trouwt ‘aan de lopende band’), de prachtige klokkentoren en het gebouw van de opera. Heel bijzonder deze 2 gebouwen tegenover elkaar op diezelfde Place de la Mairie - de bolle vorm van de opera past perfect in de holle vorm van het stadhuis. Een levendig plein met terrasjes, de klassieke paardenmolen en de vrolijk versierde trouwauto’s!

De Place Sainte-Anne met de onafgewerkte Basilique Notre-Dame de Bonne Nouvelle en de aanpalende Couvent des Jacobins straalt een heel andere sfeer uit. Het Couvent is een oud klooster dat ook nog dienst deed als kazerne maar nu een modern kleedje kreeg en gebruikt wordt als tentoonstellingsruimte en congrescenter. Deze zomer kon men er gaan kijken naar ‘Au-delà de la couleur’ - La Collection Pinault, de grootste collectie hedendaagse kunst in de wereld.

Het plein voor het Couvent en de basiliek met het erg Franse boekenmarktje, de vakwerkhuizen, de drukke terrasjes, de straatmuziek … dit mag je echt niet missen.

Een ander monument dat je zeker gezien moet hebben is het immense Palais du Commerce, de oude handelsbeurs op de Place de la République. Het plein op zich is ook al indrukwekkend en het contrast tussen het strakke ontwerp met bolgesnoeide boompjes in grote witte bakken en het 19e-eeuwse paleisachtige gebouw kan niet groter zijn.

Jong en levendig

Rennes is niet alleen een stad van schitterende monumenten en historische huizen in alle mogelijke stijlen, Rennes is ook een stad met 2 universiteiten en een aantal hogescholen. Die brengen heel wat jong volk naar de hoofdstad van Bretagne en daarmee ook heel wat cafés, festivals en evenementen. Ook kunstenaars, amateur-toneelverenigingen, ateliers, theaters, muziekuitgeverijen … vinden allemaal een plaats in deze verrassend dynamische stad.    

Zo kom je op je wandeling door het historische centrum niet alleen mooie gevels tegen maar ook en onverwacht, een hip café, een kleine concertzaal of een eigenzinnige kunstgalerie. Dat maakt van Rennes een erg leuke en boeiende stad waar je dus inderdaad meer kan doen dan enkel Bretoense pannenkoeken eten.  

ZEKER OOK GAAN ZIEN:

*Les Portes Mordelaises en le Tour Duchesne – de torens en poorten van een kasteel uit de 15e eeuw

*Le Palais du Parlement de Bretagne – waar bijna 100 jaar aan gebouwd werd tussen 1618 en1709

*Cathédrale Saint-Pierre – hier werden de hertogen en hertoginnen van Bretagne gekroond 

*Parc du Thabor – 10 ha groen in de stad met een botanische tuin, een rozentuin en vijvers met fonteinen

*Musée des Beaux-Arts met Griekse en Egyptische kunst uit de oudheid maar vooral veel 14e-eeuwse schilderijen

* Cultureel Centrum Les Champs Libres met de bibliotheek, het Musée de Bretagne en het Espace des Sciences

Tip: parking is er onder de Place des Lices – zo zit je meteen in het centrum